Het Naber orgel
Het orgel
De kerk is de plaats waar al eeuwen naar orgelspel geluisterd wordt. Vele organisten loven de kwaliteiten van het Naber orgel. Het gaaf bewaard gebleven en elegant klinkende orgel geldt als het eerste orgel dat Carl Friedrich August Naber (1798-1861) heeft gebouwd in 1827. Het was het eerste werkstuk van de bekende Deventer orgelbouwer. Ook Albert Schweizer heeft op dit orgel gespeeld.
Voor 1827 werkte Naber samen met Heinrich Quellhorst, die orgels bouwde voor de Grote Kerk in Elburg (1825) en de Bethlehemkerk in Zwolle (1826). De kassen van de laatstgenoemde orgels vertonen een grote overeenkomst met de versieringen op ons orgel, die de z.g. Empire-stijl heeft. Het orgel heeft 17,5 registers en ongeveer 1050 pijpen welke bespeelbaar zijn met twee handklavieren. Tijdens de restauratie in 1994 is het pijpwerk zoveel mogelijk in originele staat teruggebracht. De kas is opnieuw in de oorspronkelijke kleuren geschilderd. In 2021 is het orgel grondig gerestaureerd door de fa. Reil uit Heerde.
Voor de bouw van het orgel heeft Gerrit Noordink, bewoner van “Sorghfliet” te Terwolde een belangrijke rol gespeeld, zoals u kunt lezen op de borden aan de zijkant van het orgel.
Dispositie:
Hoofdwerk | Onderpositief | ||
Prestant | 8′ | Viola di gamba | 8′ |
Bourdon | 16′ | Prestant | 4′ |
Gedekt | 8′ | Holpijp | 8′ |
Octaaf | 4′ | Doesfluit | 4′ |
Quint | 3′ | Gemshoorn | 2′ |
Roerfluit | 4′ | Flageolet | 1′ |
Octaaf | 2′ | Dulciaan | 8′ |
Woudfluit | 2′ | ||
Terts | 1 3/5′ | ||
Mixtuur | V/VI st | ||
Trompet (bas./disc.) | 8′ |
Klavieromvang C-f³ Manuaalkoppel I-II. Tremulant
Pedaal aangehangen aan het hoofdwerk.